woensdag 19 augustus 2020

NAAR BERICHT


                                          NAAR BERICHT

Nou, zeg maar gerust: een zeer akelige, vreselijke mededeling. Houd je ergens aan vast. Nee, nog beter: ga maar zitten zodat je niet omvalt. Ik probeer hem zo voorzichtig mogelijk in vreemde woorden als superlatieven en hyperbolen of dode gewoontewoorden te verpakken om hem niet al te hard te laten overkomen. Daar komt-ie: “Tot mijn leedwezen geef ik u kennis van het heengaan van mij geliefde Leise. Ik zal haar in alle eerbied en dankbaarheid blijven gedenken. Ik hoop haar in een volgend leven, in het hiernamaals, weer te ontmoeten en te begroeten met een innige omhelzing`.
Laat gerust vanuit je hersenen je ogen branden en weerhoud de biggelende tranen niet. Het moet er toch uit. Dat lucht misschien een beetje op. We moeten ermee blijven leven, zolang we dat nog hebben.
Ik moet dat voorvoeld hebben toen ik tijdens mijn achtste levensjaar mijn handje op de koele kale vensterbank voor de hologige ramen zonder gordijnen legde en naar de lege huiskamer op de hoge Arnhemse Vogelwijk, Valkstraat 8, omkeek.

In deze tot voor een paar dagen geleden nog oergezellig aangeklede woonkamer liep mijn gestreste pappie vaak hevig strijdend tegen alle kwaad, gadegeslagen door mijn bezorgde maar volgzame mammie, op en neer, telkens zichzelf tot de orde roepend:“kalmte zal je redden!”Leise leise fromme weise, rustig, kalm, op eerbiedige manier. Hij moest en zou deze ellendige wereld verbeteren voor hemzelf, zijn gezin en alle mensen en dieren. En dat vooral in de jaren dertig terwijl de zorgvuldigheden dezes levens hem tegelijk in beslag namen. Zou Schubert hebben geweten dat het onbegonnen werk was toen hij De Onvoltooide componeerde?
Ik was in dit huis tot mijn achtste jaar opgegroeid aan de beschermende hand van mijn ouders, die mij onbewust overlaadden met Leise leise fromme Weise van Carel Maria von Weber en l´Arliciciénesswiete van George Bizet. Alleen van de laatste wisten mijn zusje en ik nog de melodie die tweemaal in die muziekstukken voorkwamen. Mijn vader had een grammofoon en die twee platen gekocht en mijn zusje en ik wisten precies de plek te vinden waarop je de naald moest zetten op de plek waar die melodieën, na door orkestmuziek ingeleid te zijn, opklonken, zodat daardoor die plek grijs werd gedraaid, intussen de melodie in onze harten groevende. En nu liet ik dit huis in de steek!

Ik wist daarna dat ik iets in mijn leven mistte, maar wist niet wat. Tot de melodie van Leise zestig jaar later opeens zomaar in me op kwam. Ik wist echter de naam niet meer, maar zocht en zocht maar,  jarenlang zeer volhardend. Tenslotte, ik schreef het je al, ik naar muziekhandel Bergman in de Koningstraat ging, waar ze gespecialiseerd waren in klassieke muziek. Ik kon niet anders dan de melodie met lalalala voorzingen. En toen gingen wij beiden op zoek naar die plaat.
Het ene na het andere muziekstuk klonk door mijn koptelefoon aan de toonbank. Tot we op een hoes de liefelijke Annelies Rothenberger op een stoel zagen zitten, de plaat uit de hoes haalde….. En daar was Leise leise fromme weise weer. De jongeman hoefde niet eens te vragen of ik haar eindelijk had gevonden. Hij zei meelevend: “Meestal verbonden aan een belangrijke gebeurtenis in je leven”. Sentimenteel verhaal hè.

Nu komt het. Ik deed het zo voorzichtig mogelijk. Een keer per week haalde ik de langspeelplaat uit de hoes en zette hem op de platenspeler. Het werd een gewoonte. En toch: opeens ontroerde de melodie mij niet meer. Had ik een overdosis gehad? Ik dacht aan het slotkoor van de 9e symfonie van Beethoven “An die Freude”. Ik zong in het 75 mensen tellend koor de baspartij. Zeven jaar. Veertien jaar met de andere bassen in een apart lokaal oefenen. De dirigent tikte net zo vaak in het midden af. Overnieuw beginnen, totdat het erin zat. Dan de eerste keren nog met de sopranen, alten en de tenoren in Musis Sacrum, de Arnhemse muziektempel. En dan de generale…. De vier solisten vooraan. De dirigent liep onder het zingen naar de achterkant van de zaal, kwam terug en zei dat we niet “alle menschen werden Brüder” moesten zingen, maar “Prüder”, want dan klonk het in de zaal als Brüder. Opnieuw. Weer tikte hij, nu al in het begin, af en zei dat één van de bassisten meer oog had voor de knappe alt Corrie Bijster, dan voor hem. Alle bassisten een rood hoofd…. En ik ben al zo gevoelig. Corrie Bijster keek lachend naar MIJ achterom. Nadien weet ik zeker dat veel dames ogen in hun rug hebben zitten.… Nu konden we verder met de generale.
Tenslotte, na nog wat tips, opdat, als we opeens moesten gaan staan, er geen stoel omviel. Hakken en tenen na een teken van de dirigent, op de grond zetten om bij het tweede teken als één man op te staan en uit te jubelen: Freud ich schöner göterfunken, tochter aus illusium, alle menschen werden brüder. ( ik schrijf de woorden van de dichter Schieler natuurlijk verkeerd).

Wat voor velen over de wereld het mooiste muziekstuk werd gevonden, werd voor mij een nachtmerrie. Ik verving het voor de 9e symfonie van Dvorak, getiteld “De Nieuwe Wereld”. Ik doe het voorzichtig aan. Die klinkt nu om de twee maanden uit de luidsprekers van mijn computer.
Toen ik met mijn vrouw en kinderen vanuit Spanje door Frankrijk reden, zag ik opeens de naam Arles staan. Ik nam onmiddellijk de afslag en liep met hen over de dijk langs Arles. Uit de diepte klonken de kerkklokken, in het muziekstuk door hoorns vertolkt. Ik vertelde hen het verhaal van het meisje van Arles, de Arlesciène. Ook haar niet teveel oproepen…. Leise leise, fromme Weise…. Kalmte zal je redden.

Naschrift:
Daarom had de vroegere tempel vierhonderd zangers en musici met vele muziekinstrumenten in vaste dienst. Nehemia mocht ze van de koning uit ballingschap mee terugnemen voor de herbouw van de tempel.