vrijdag 14 augustus 2020

Geleerd

                                           
Het volt nait mit om mit 30 groaden achter de computer te krupen, zou mijn Groningse opa hebben gezegd, als hij hier in mijn plaats achter de computer zou  hebben gezeten.  Daarbij levert het doen en laten van mijn kinderen en kleinkinderen ook zorgen op. Kleine kinderen kleine zorgen, grote kinderen grote zorgen luidt het.  Maar suffend met de hand onder het hoofd in mijn zithoekje levert op de duur ook nekpijn en schuldgevoelens op. 
Als geestverwant van een christelijke groepering is het altijd fijn te kunnen zeggen, dat je een aantal professoren en schrijvende theologen in je midden hebt. Ondanks zo’n laatst genoemde over de eerste zei: “Een professor weet veel van weinig en weinig van veel”. Hij zat bij de uitreiking van de laatste vertaling waaraan protestanten zowel als katholieken en niet gelovigen medewerkten, naast een bisschop. Die vroeg aan hem: “Geloof je nou echt dat wij en vooral de paus, het beest uit Openbaring is?” Het antwoord las ik niet.
Zij allen verklaren bijvoorbeeld dat geen mens alle Bijbelteksten en –gedeelten kan verklaren, hoe ook zij in hun colleges en preken hun best daarvoor doen.  Enige tegenspraak is dus nooit te vermijden. Toen zo’n professor, die je toch een hoop gezag toeschrijft, me zei, waar anderen bijzaten: “De schuld van de extreme weersomstandigheden, waaronder we nu gebukt gaan, is de schuld van de mens”. Ik heb echter een sterk vermoeden, dat sinds de schepping er periodiek pandemieën heersten, de Bijbelschrijvers, in deze tijd geleefd hebbende, zouden  hebben geschreven dat het Gods straffen waren met de bedoeling de mens als collectief tot beter inzicht te brengen. Zie de zondvloed.
Als de Bijbelse profeten en Paulus dit vermeldden, dan dekken we dat als verontschuldiging toe met “de cultuur en kennis van die tijd”. En wat vooral de schrijvers van de Nieuwtestamentische evangeliën en brieven betreffen: “Dat leed onder de grote controversen tussen de orthodoxe godsdienstige joden en de joodse christenen”. Die overgang bestaat nog steeds met vallen en opstaan, hoewel het christendom nu sinds een aantal eeuwen de grootste godsdienst (Katholieken en Protestanten samen) genoemd wordt, ondanks het toenemend aantal Moslims.

Ik heb geen flauw idee hoeveel mensen mijn blogs volgen, maar onze professor verzocht mij nooit daarin, ook niet in correspondenties, te schrijven wat hij mij toevertrouwde, met het toevoegsel, dat hij dat gezegd en geschreven zou hebben. Dat beloofde ik hem en zo je ziet, houd ik mij tot dusver daar aan. Hij verzocht mij echter kort geleden om NOOIT de naam van JHWH met klinkers uit te spreken en te schrijven, en dat ik dat aan anderen moet doorgeven. De reden: uitsluitend de hogepriester mocht dat één keer per jaar in afzondering driemaal fluisterend doen.

Daar ging mijn belofte. Ik gaf dat laatste door aan onze Arnhemse predikant. Deze zei, waar anderen bij waren, dat hij het met dat verbod niet eens was. Hij toonde zelfs dat het een onmogelijke zaak was bij de verkondiging van het evangelie. Hij gebruikte in zijn preek DE NAAM met de klinkers voluit. Je hebt wat die klinkers betreft niet veel te kiezen. Ons alfabet van vijfentwintig letters telt maar vijf klinkers. En HOE zou de priester de letters JHWH zonder klinkers fluisterend uitspreken?

Als de gedoodverfde grootste intellectueel Einstein heeft gezegd, dat geen mens, vroeger, nu en in de toekomst, nooit op alle vragen antwoord heeft, dan past mij dat in de eerste plaats zelf. Dus,  neem dit blogje voor wat het is, met vergeving van alle tekorten voor de medemens. Het antwoord op de vraag of bidden altijd helpt ondanks dat jij achter een gebed vaak zegt: niet mijn wil maar uw (Gods) wil geschiedde, is een oplossing te denken dat bidden wensen met overgave is. Ik heb zo meermalen ervaren dat ik van doodsangst na mijn gebed vroeger of later werd bevrijd.