Bresje VEELSCHRIJVERS
Ik verdien respect. Had juist de Bijbel van begin
tot eind gelezen, ontving ik Reinder Bruinsma’s dertigste boek, getiteld “Ik heb een toekomst”. Een
paar dagen daarna viel Maarten ’t Hart's “Een vlucht regenwulpen” in de bus. De
laatste louter uit nieuwsgierigheid omdat hij tegen de honderd boeken had
geschreven die verdeelde recensies ontvingen. De hier genoemde werd tot de
grond afgebrand, terwijl op de achterzijde het boek aanbevolen werd als het meest
ontroerende.
De titel werd ontleend aan de opmerking bij het sterven
van zijn moeder, wat hij in één zin vermelde met dat tegelijk een nooit eerder
door hem gezien vlucht regenwulpen over vloog. Achter in het boek werden die
regenwulpen zonder enig verband met het vorige nog eens genoemd. Dat het een onsamenhangend
verhaal is, mag blijkbaar geen belemmering voor de verkoop uitmaken, want het
boek haalde een oplage van één miljoen.
Zou de reden daarvan zijn dat hij terloops schreef
dat hij de jongste professor in de biografie was ooit en daardoor een grote schare relaties had? In een interview op de
t.v. verklaarde hij zich asociaal omdat hij na het ontbijt direct de hele
dag in zijn tuinhuisje verdween en daar
met schrijven artrose opliep. Hij las, schreef en leerde heel makkelijk en
snel, zo vertelde hij. Zijn salaris dat hij bij zijn colleges ontving, vond
hij belachelijk hoog.
Over het feit dat hij nooit een literatuurprijs kreeg
en Astrid Roemer wel, klaagde hij dat dat mens niet eens schrijven kon.
Deze indruk van zichzelf en door anderen, leek hem echter
net zomin te deren als zijn Belgische mede veelschrijver Herman Brusselmans, die maar
liefst meer dan honderd boeken schreef. Ook hij werd scherp
bekritiseerd, maar verklaarde tot zijn laatste snik te blijven schrijven. Een
leuke opmerking van hem was: “Als je in België een stad verlaat omdat hij je
niet aanstaat, dan kan je wel aan het lopen blijven”. Ik vind dat ook van toepassing bij het verlaten van een christelijke gemeenschap of politieke partij. Want ze bestaan de laatste veertig jaar bijna allemaal uit families: kinderen van kinderen van de oorspronkelijke leden die "de waarheid" hadden gevonden.
De vraag blijft of de uitgevers de boeken van beide
schrijvers (en meer schrijvers) blijven uitgeven omdat ze erin slaagden op één
of andere manier bekend te worden.
Ik ben door één boek voor mijn omgeving wat bekend,
maar dat is niet aan de verkoop te zien.
Ik droom ook niet dat ik een schrijver als J.D.Salinger word, die met zijn enige boek “The catcher in the rye” (De vanger in het koren") de wereld schokte, wereldberoemd werd en in bijna alle talen verscheen. Zie mijn blog daarover.
M aar zo je ziet: ik blijf schrijven.