Bres Terugblik 10
DEPRI
16-6-19
Was ik mooi een fraaie
neerslachtigheid aan het opbouwen en komt dit er nog bij. Droefheid troef. Niet
‘Tel uw zegeningen één voor één’.
Misschien begon het met vlagen
enkele weken geleden aan te komen met het schrijven van mijn autobiografie op
www.pietschreuder.blogger.nl om mijn kinderen als die het ooit lazen na mijn
dood te laten lezen wat voor vader en stiefvader ze hadden. Ze hebben altijd
relaties aan wie ze dat willen vertellen.
Oorzaken:
1. In een vorige blog Terugblik 9 kan je lezen welke pogingen ik aanwendde een beroep te vinden dat passend voor
mij was. Alle vergeefs. Een psycholoog bood ook geen uitkomst. Tijdens het
beschrijven van die periode, voelde ik mij volledig weer daarin verplaatst,
terwijl ik juist die tijd probeerde te vergeten.
2. Ik vond verschillende malen een
meisje zo aardig en enigen vonden mij ook zo aardig, dat ik na korte tijd
steeds besefte dat ik geen van allen een goede toekomst had te bieden.
Verkering aanmaken is al een opgave, het fatsoenlijk uitmaken een
onmogelijkheid. Ik wist me geen raad en liet hen gewoon beschaamd op de
afgesproken plaats staan. Enige malen werd ik nog door enigen, nu weduwe of
gescheiden dames, benaderd en begon mijn geweten weer lange tijd te klagen.
3. Om met anderen mee te kunnen
denken over de beweerde betekenis van de Bijbel voor de mens, wilde ik voor
ongeveer de vijfde maal van mijn leven dat oudste Boek vanaf het begin tot het
einde doorlezen. Ik was bezig met Ezechiël en nam Hosea er nog even bij. Als je
depressief wilt worden is het lezen van deze hoofdstukken een sterke aanrader. Hoorde je in preken en
gespreksgroepen over een liefdevolle, barmhartige en vergevende God Jahweh, dan
lijkt het mij begrijpelijk dat je in plaats daarvan gaat denken aan een
wraakzuchtige, oerharde, vernietigende, niet vergevende Vader aan wiens eisen
je onmogelijk kunt voldoen. Zacharia maakte mij met zijn tekst 8:4 ook niet
vrolijk. In het nieuwe Jeruzalem ouden die niet zonder stok kunnen lopen?
4. Er werd mij door verschillende
kerken in boeken de uitleg van de voorspellingen door de profeten voor
gehouden. Tot ik (en met mij velen) zowel uit de Bijbelse- als profane
geschiedenis ontdekte dat die ‘explicaties’ totaal niet klopten. Ik hield dat
aan geestverwante christenen voor. Die zagen mij toen als een groot kwaad voor
de gemeenschap, een jongen die nodig bekeerd moest worden. Een doop op mijn
belijdenis kon om die reden in hun kerk niet.
5. Ik had reeds lang geleden voor
mij de termen “laag zelfbeeld” en “minderwaardig-heidcomplex” uitgevonden.
Iedereen had gaven, talenten en wat meer nodig was om in het leven op minstens
één gebied te slagen. Ik was daarvan nu eenmaal uitgesloten, al wilde ik nog zo
graag niet de zielepiet uithangen.
6. Ik sla de rest oorzaken maar
over, want ik ben die ik ben, want een week vóór dit schrijven verdween mijn
huisgenoot, kat Miepsie, wat mij al die feiten nog eens op de neus drukte. (Een lichtpuntje: veertig buurtgenoten hielpen
mij zoeken. Twee van hen gingen zelfs om 11 uur ’s avonds en drie uur ’s
nachts door het bos naast ons lopen, al roepend: “ Miepsie! Miepsie”! Een
zwerfachtig type kwam met foto’s die hij van rondlopende katten had genomen.
Een buurvrouw was bij de oude Italiaanse dame twee deuren verder, op de grond
voor bed en bank gaan liggen kijken. Tevergeefs. Tot de Italiaanse thuishulp
van de Italiaanse kwam zeggen dat de Italiaanse een groot bruin beest onder de
bank zag zitten. Hij liet zich makkelijk pakken. Daarna alle helpers berichten
en danken.
7. ‘Vroeger’ zag ik de mensen in de
boeken, als echte mensen staan, liggen, lopen en alle handelingen doen die
mensen maar kunnen verrichten. Ik wilde dit ook kunnen doen, ze zelf scheppen,
maar ik zag er geen mogelijkheid toe. Ik probeerde het toch echt goed te doen.
Net zomin als een schilderijtje maken waarin ik de natuur, waar wij mensen deel
van uitmaken, levend zag worden. Ondanks enkele toevallige succesjes, geloofde
ik niet dat ik dat zo kon om van te kunnen leven. Van de zes boekjes, waarvan
twee werden gedrukt, lag er één in de boekhandel en één in de digitale
boekhandel Bolcom. “Presikhaaf het verhaal van een landgoed, werd om de paar maanden met acht stuks
aangevuld. Platform Presikhaaf had het betaald en een eerste deeltje door
Grafische Bedrijven Arnhem, laten drukken. De gebundelde twee delen werden door
Uitgeverij Kontrast te Oosterbeek gedrukt en voor 8,85 euro aangeboden.
Kontrast kreeg er 2 euro van. Ik niets. Het tweede boek Van Huis en Haard
Verdreven, werd ontfermd door een twijfelachtige Printing on Demand-uitgever,
die mijzelf belastte met de promotie. Als er in de vier afgelopen jaren acht van
werden verkocht is het veel. Ik gaf de gratis presentexemplaren die ik ontving,
aan familie en in ruil voor een ander boek, weg. Schrijverschap? Vergeet het
maar. Er was geen belangstelling voor. Dagblad De Gelderlander negeerde het.
Dat was nou echt een illusie. Dat het sinds mijn kindsheid in mij leefde, is
misschien misschien wel de grondslag van mijn mislukte beroepsleven.
8. Zag ik zelfs kinderen het podium
beklimmen om voor de vuist weg hun verhaal te doen; ik verklaarde dat ik
spreekangst had. Moest ik eens de Gemeenteraad, gedeputeerden of een wethouder
toespreken, dan moest dat van een papiertje. Dat ik later Marc Rutte en de paus
dat ook zag doen, was om later te kunnen bewijzen wat ze wel en niet hadden
gezegd.
9. Tenslotte (er moet toch eens een
eind aan mijn klaagzang komen): ik kreeg niet zo lang geleden, in de gaten dat
ik elk gewenst klassiek muziekstuk kon googlen en beluisteren. Ik genoot er zo
van, dat ik het met een ‘link’ moest delen met vooral mijn familie en
geestverwanten van wie ik het e-mailadres had. Respons: nauwelijks. Weg
verwantschap. Elk mens is anders, ook waar hij ontroerd van kan worden.
Al die tijd leven met het besef dat
ik mijn tekortkomingen mijzelf niet had aangepraat, maar dat ze werkelijk
bestonden. Ik ben daarin alleen ondanks het Bijbelboek Klaagliederen van
Jeremia.. Hetzelfde geldt nog pijnlijker voor mijn onweerlegbare argumenten
voor de onzin van een aantal leerpunten van de geloofsgemeenschap die ik
bezoek. Niemand durft te reageren, of de vastgestelde laaggeletterdheid is ook
op die gebieden toegeslagen.
En toch, en toch…. moet ik mijn kinderen
en andere relaties iets positiefs achter laten. Als ik toegeef aan een
schrijversblok zou dat mijn einde zijn. Hè hè.