zondag 23 september 2018

Weten en geloven


Bres –                    Weten en geloven

Ik weet dat mijn verstand te beperkt is om alles wat op aarde en in de hemel gebeurt te bevatten.
Ik weet dat er een persoon moet zijn met een volledig verstand om dit alles te besturen.
Ik weet dat personen die ik als goed beschouw de vreselijkste dingen kunnen overkomen die hen ongelukkig maken.
Ik weet dat personen die ik als minder goed of als slecht beschouw prachtige zaken beleven die hen gelukkig maken.
Ik weet dat leven geen begin en einde heeft.

Ik hoop en geloof dat er een persoon moet zijn die een volledig goed verstand heeft om al wat op aarde en in de hemel is en gebeurt goed bestuurt.
Ik geloof dat vanaf het begin van het leven van de natuur waarvan de mens een onderdeel is, de mens ervoer dat er in de hemel en op aarde door ons niet te begrijpen fouten zijn ingeslopen die het leven daardoor ongelukkig maken; het kwaad genoemd.
Ik geloof dat de mens werd ingegeven dat er herstel van het geluk zal komen en het kwaad wordt vernietigd.

Ik weet door de vervuiling van lucht, water en aarde een einde aan het bestaan op deze aarde zal komen.
Ik weet dat door de snelheid van het toenemen van die vervuiling dat einde spoedig en onverwacht voor mensen zal komen.

Ik geloof dat daarna op een vast gestelde tijd voor alles wat op aarde geleefd heeft, dus ook de mensen van vroeger en nu, een van het kwade gezuiverde hemel en aarde zal zijn.
Ik geloof dat dit in het oudste boek, de Bijbel, deze gezuiverde hemel en aarde is beloofd en tot stand zal komen.

Met “weten” bedoel ik de algemeen aanvaarde bewijzen door erkende wetenschappers aangevoerd.
Met “geloven” bedoel ik door mij en velen aanvaarde Bijbelse stellingen en beloften. Zo is de wet Liefde voor God en de naaste en de wet van de tien geboden in bijna alle landen de grondslag, waarvoor geen bewijzen nodig zijn.

Op de muur van de vijver voor het parlementsgebouw staat met letters van één meter hoog het eerste artikel van de grondwet: Wie zich binnen onze grenzen bevindt heeft dezelfde rechten en plichten.
Voorts zegt de wet, dat alle mensen voor de wet gelijk zijn. Alsmede: Iedere Nederlander wordt geacht de wet te kennen.
Mijn aantekening bij het laatste: Voor de christen geldt dit evenzeer de wet der tien geboden, naar woord en voorbeeld van Christus. Dat dit door eerder gestelde beperktheid van verstand een streven en beginsel blijft is te betreuren, maar niet als excuus aan te voeren. Hierin heeft de Bijbel voorzien en de oplossing geboden.