Moeder
Gerda en het wonder
20 februari 2018
Ma Gerda werd
ongeveer 20 jaar
geleden getroffen door de langzaam aansluipende paranoia. Als je
weet wat voor
ziekte dat is, dan begrijp je dat ik alleen moest gaan wonen.
Die ziekte werd
gevolgd door dementie, die zo erg werd, dat zij niet meer kon
communiceren en
nagenoeg blind werd. Ze herkende mij en haar kinderen merkbaar
niet meer. Ze zit
nu al jarenlang in de elektrisch bedienbare stoel en slaapt op
het bed in de
huiskamer die gelukkig daarvoor groot genoeg is. Dochter Seraja
houdt veel van
haar en verzorgt haar als mantelzorgster al 14 jaar liefdevol
zonder dramatisch
te doen. Zij is gediplomeerd Sociaal Pedagogisch
Hulpverleenster, en heeft roodzwarte
band taekwondo. Alles voldoende om door scholen gevraagd te
worden als Docente
Sociale Weerbaarheid gepeste kinderen die weerbaarheid bij te
brengen.
‘s Morgens om 10
uur belde zij mij
in paniek op met de mededeling dat Mama dreigde te stikken door
vastzittende
taaie slijmhoest. Haar ademhaling was nauwelijks zichtbaar. Of
ik direct de dokter
wilde bellen. Je kunt telefonisch een afspraak maken voor een
kwaaltje door op
3 van het keuzemenu te klikken, dan krijg je de
doktersassistente aan de
telefoon. Dezelfde dag of de volgende dag ben je al welkom. De
huisartsenpraktijk is aan het nabije einde van de straat om de
hoek. Nu moest
ik op 1 drukken voor spoedeisende gevallen. De dokter kwam
binnen tien minuten en
belde direct om de ambulance. Seraja ging met Gerda in de
ambulance mee en vond
het niet erg lopend naar huis terug te gaan ondanks dat er twee
steile
hellingen op haar weg lagen. Ze belde me daarna dat het maar een
half uurtje lopen
was geweest. Zoon Peter en ik wonen op 10 minuten afstand
fietsen van Ma en
Seraja. Met haar auto gingen zoon Peter en ik terug naar de
spoedeisende
gevallen achterzijde van ziekenhuis Rijnstate. Wij beleefden
twee uur het
volledig onderzoek mee. En aan de gezichten van de doktoren en
verpleegkundigen
was te zien, dat zij zich ook bezorgd maakten, wat eigenlijk op
die afdeling
logisch is.
Wij moesten de volgende dag terugkomen. Toen bleek
Ma op de geriatrische
afdeling te liggen aan een infuus voor antibiotica en één voor
vocht. Ze at en
dronk niet meer en was al uitgedroogd. De verpleegster en Seraja
gingen haar
wassen en Peter en ik gingen intussen een kopje koffie gebruiken
in de
koffiekamer twintig meter verder in de gang. Terug in de kamer
waar Gerda lag,
vertelde de zuster dat zij nog niets zeggen kon over het verloop
van de ziekte.
Seraja merkte op dat de infuus voor vocht door een defecte naald
niet werkte en
er dus geen vocht ingebracht werd. Zij heeft altijd een flesje
water bij zich
en begon direct met haar vinger de lippen van Ma te bevochtigen.
Ma likte dat
op. Ze gaf haar zelfs wat te drinken. De zuster zei, dat de
volgende dag de
dokter meer uitsluitsel kon geven over de bevindingen van het
onderzoek. Deze
had gezegd dat hij die dag om half elf een gesprek met ons wilde
hebben. Wij
drieën waren ruim op tijd bij het bed van Ma Gerda.
De jonge
dokter verscheen
met de verpleegkundige en een dame die een standaard bij zich
had met een
computer er op. Zij vertelde dat zij het gesprek op zou nemen,
wat tegelijkertijd
werd doorgezonden naar de huisarts. De dokter sprak zorgvuldig
over het
onderzoek dat had plaats gevonden. De ontstoken lymfklier bleek
ook de lever,
nieren, milt en gal- en urineblaas zodanig te hebben beschadigd
dat herstel
niet meer mogelijk was. Zij was Wij moestenons voorbereiden dat
Ma op korte
termijn zou sterven. Op mijn vraag hoe lang die termijn was,
antwoordde hij, dat
hij Gerda drie, hooguit vijf dagen nog te leven gaf. Het zware
woord viel:
“Gerda was uitbehandeld”. Ik zei, dat wij weliswaar realistisch
waren maar
misschien meer gevoelig dan een dokter, die wegens zijn beroep
mogelijk meer
nuchter zou kunnen zijn. Hij zei dat hij wel degelijk voor het
leed van nderen
gevoelig was. Hij gaf ons ter overweging Gerda in het ziekenhuis
te laten sterven
of thuis. Seraja zei direct: thuis. Dezelfde dag, het was
intussen vrijdag, werd
Gerda weer met de ambulance naar huis gebracht. Buurvrouw
Monique had Seraja tevoren
met haar auto naar Rijnstate gebracht, zodat Seraja haar kon
begeleiden. Zo lag
Ma weer op haar eigen bed.
Het eerste wat Seraja deed was Ma een
liter water
laten drinken en twee sneden brood te eten geven. Zij belde
triomfantelijk dat
het er allemaal was in gebleven en zo door zou gaan. Ik leef
niet met doden,
maar met levenden, verklaarde zij. Wij beschouwden het als een
wonder! Seraja
is, wat je noemt, zeer contactueel. Zo kwamen de deelnemers,
meest jong vrouwen,
van het bijbelstudiegroepje van Focus, een zogenaamde
‘churchplant’ in Arnhem
Zuid van de Adventkerk, diezelfde avond om voor Ma te bidden.
Bevriende
ouderlinge Marga, die bij de eredienst met prediking
podiumdiensst had, deed
het openingsgebed en bedacht de situatie van Gerda hierin. De
volgende dag kwamen
’s middags alle kinderen en kleinkinderen op bezoek. Ik had
dezelfde ochtend
van 10 tot 10.45 uur aan de lessen van de Sabbatschool
deelgenomen en had daar
deze geschiedenis bekend gemaakt.
Ik vroeg of wij nog wel in wonderen geloofden. Iedereen, ook
degene die om 11
uur de preek zou doen, zweeg. Seraja belde mij elke dag dat het
met Mama steeds
beter ging en de situatie precies hetzelfde was als vóór de
ziekenhuisopname. Vriendin
Andreia uit Zevenaar kwam haar elke dag helpen. De huisarts en
twee assistenten
kwamen om de beurt de toestand van Gerda opnemen. Ze konden,
behalve de
dementie en slechtziendheid, niets abnormaals ontdekken. Zij
verklaarden Gerda
genezen!
Mensen die in de
bovenaardse
macht van God geloven, maar ook die niet in het bestaan van zo’n
God geloven,
worden allen van tijd tot tijd met onverklaarbare gebeurtenissen
geconfronteerd
en zeggen min of meer automatisch dat het een wonder is.
Niettemin (is het
Nederlanders eigen?) zoeken wij naar een verklaring. De dokter
van de
geriatrische afdeling zou niet goed hebben gecommuniceerd met de
doktor van de
spoedeisende gevallen, waar het onderzoek had plaats gevonden.
Daar zou zijn
verzuimd Gerda voldoende vocht te hebben toegediend. Of, de
verpleegkundige op
de geriatrische afdeling zou het defect aan de naald van het
vochtinfuus hebben
vergeten te herstellen. En zo meer. Redenen voldoende voor
Seraja om het
ziekenhuis van de gang van zaken te verwittigen. Wij werden
uitgenodigd 19 maart
een gesprek te hebben met de betreffende dokter. Maar is het
daardoor minder
een wonder? Ik wens het in ieder geval iedere zieke en treurende
toe. De Bijbel
zegt: Bidt en u zal gegeven worden”. Hij heeft tot hiertoe ons
geholpen en wij
zijn Hem zeer dankbaar.
Dinsdag 6 februari
is Moeder Gerda
89 jaar geworden. En weer was de familie in het ouderlijk huis
samen!
o.v
Pa Piet