zondag 11 maart 2018

Gerda en het wonder

 
 Moeder Gerda en het wonder

20 februari 2018

Ma Gerda werd ongeveer 20 jaar geleden getroffen door de langzaam aansluipende paranoia. Als je weet wat voor ziekte dat is, dan begrijp je dat ik alleen moest gaan wonen. Die ziekte werd gevolgd door dementie, die zo erg werd, dat zij niet meer kon communiceren en nagenoeg blind werd. Ze herkende mij en haar kinderen merkbaar niet meer. Ze zit nu al jarenlang in de elektrisch bedienbare stoel en slaapt op het bed in de huiskamer die gelukkig daarvoor groot genoeg is. Dochter Seraja houdt veel van haar en verzorgt haar als mantelzorgster al 14 jaar liefdevol zonder dramatisch te doen. Zij is gediplomeerd Sociaal Pedagogisch Hulpverleenster, en heeft roodzwarte band taekwondo. Alles voldoende om door scholen gevraagd te worden als Docente Sociale Weerbaarheid gepeste kinderen die weerbaarheid bij te brengen.

‘s Morgens om 10 uur belde zij mij in paniek op met de mededeling dat Mama dreigde te stikken door vastzittende taaie slijmhoest. Haar ademhaling was nauwelijks zichtbaar. Of ik direct de dokter wilde bellen. Je kunt telefonisch een afspraak maken voor een kwaaltje door op 3 van het keuzemenu te klikken, dan krijg je de doktersassistente aan de telefoon. Dezelfde dag of de volgende dag ben je al welkom. De huisartsenpraktijk is aan het nabije einde van de straat om de hoek. Nu moest ik op 1 drukken voor spoedeisende gevallen. De dokter kwam binnen tien minuten en belde direct om de ambulance. Seraja ging met Gerda in de ambulance mee en vond het niet erg lopend naar huis terug te gaan ondanks dat er twee steile hellingen op haar weg lagen. Ze belde me daarna dat het maar een half uurtje lopen was geweest. Zoon Peter en ik wonen op 10 minuten afstand fietsen van Ma en Seraja. Met haar auto gingen zoon Peter en ik terug naar de spoedeisende gevallen achterzijde van ziekenhuis Rijnstate. Wij beleefden twee uur het volledig onderzoek mee. En aan de gezichten van de doktoren en verpleegkundigen was te zien, dat zij zich ook bezorgd maakten, wat eigenlijk op die afdeling logisch is.

Wij moesten de volgende dag terugkomen. Toen bleek Ma op de geriatrische afdeling te liggen aan een infuus voor antibiotica en één voor vocht. Ze at en dronk niet meer en was al uitgedroogd. De verpleegster en Seraja gingen haar wassen en Peter en ik gingen intussen een kopje koffie gebruiken in de koffiekamer twintig meter verder in de gang. Terug in de kamer waar Gerda lag, vertelde de zuster dat zij nog niets zeggen kon over het verloop van de ziekte. Seraja merkte op dat de infuus voor vocht door een defecte naald niet werkte en er dus geen vocht ingebracht werd. Zij heeft altijd een flesje water bij zich en begon direct met haar vinger de lippen van Ma te bevochtigen. Ma likte dat op. Ze gaf haar zelfs wat te drinken. De zuster zei, dat de volgende dag de dokter meer uitsluitsel kon geven over de bevindingen van het onderzoek. Deze had gezegd dat hij die dag om half elf een gesprek met ons wilde hebben. Wij drieën waren ruim op tijd bij het bed van Ma Gerda.

De jonge dokter verscheen met de verpleegkundige en een dame die een standaard bij zich had met een computer er op. Zij vertelde dat zij het gesprek op zou nemen, wat tegelijkertijd werd doorgezonden naar de huisarts. De dokter sprak zorgvuldig over het onderzoek dat had plaats gevonden. De ontstoken lymfklier bleek ook de lever, nieren, milt en gal- en urineblaas zodanig te hebben beschadigd dat herstel niet meer mogelijk was. Zij was Wij moestenons voorbereiden dat Ma op korte termijn zou sterven. Op mijn vraag hoe lang die termijn was, antwoordde hij, dat hij Gerda drie, hooguit vijf dagen nog te leven gaf. Het zware woord viel: “Gerda was uitbehandeld”. Ik zei, dat wij weliswaar realistisch waren maar misschien meer gevoelig dan een dokter, die wegens zijn beroep mogelijk meer nuchter zou kunnen zijn. Hij zei dat hij wel degelijk voor het leed van nderen gevoelig was. Hij gaf ons ter overweging Gerda in het ziekenhuis te laten sterven of thuis. Seraja zei direct: thuis. Dezelfde dag, het was intussen vrijdag, werd Gerda weer met de ambulance naar huis gebracht. Buurvrouw Monique had Seraja tevoren met haar auto naar Rijnstate gebracht, zodat Seraja haar kon begeleiden. Zo lag Ma weer op haar eigen bed.

Het eerste wat Seraja deed was Ma een liter water laten drinken en twee sneden brood te eten geven. Zij belde triomfantelijk dat het er allemaal was in gebleven en zo door zou gaan. Ik leef niet met doden, maar met levenden, verklaarde zij. Wij beschouwden het als een wonder! Seraja is, wat je noemt, zeer contactueel. Zo kwamen de deelnemers, meest jong vrouwen, van het bijbelstudiegroepje van Focus, een zogenaamde ‘churchplant’ in Arnhem Zuid van de Adventkerk, diezelfde avond om voor Ma te bidden. Bevriende ouderlinge Marga, die bij de eredienst met prediking podiumdiensst had, deed het openingsgebed en bedacht de situatie van Gerda hierin. De volgende dag kwamen ’s middags alle kinderen en kleinkinderen op bezoek. Ik had dezelfde ochtend van 10 tot 10.45 uur aan de lessen van de Sabbatschool deelgenomen en had daar deze geschiedenis bekend gemaakt. Ik vroeg of wij nog wel in wonderen geloofden. Iedereen, ook degene die om 11 uur de preek zou doen, zweeg. Seraja belde mij elke dag dat het met Mama steeds beter ging en de situatie precies hetzelfde was als vóór de ziekenhuisopname. Vriendin Andreia uit Zevenaar kwam haar elke dag helpen. De huisarts en twee assistenten kwamen om de beurt de toestand van Gerda opnemen. Ze konden, behalve de dementie en slechtziendheid, niets abnormaals ontdekken. Zij verklaarden Gerda genezen!

Mensen die in de bovenaardse macht van God geloven, maar ook die niet in het bestaan van zo’n God geloven, worden allen van tijd tot tijd met onverklaarbare gebeurtenissen geconfronteerd en zeggen min of meer automatisch dat het een wonder is. Niettemin (is het Nederlanders eigen?) zoeken wij naar een verklaring. De dokter van de geriatrische afdeling zou niet goed hebben gecommuniceerd met de doktor van de spoedeisende gevallen, waar het onderzoek had plaats gevonden. Daar zou zijn verzuimd Gerda voldoende vocht te hebben toegediend. Of, de verpleegkundige op de geriatrische afdeling zou het defect aan de naald van het vochtinfuus hebben vergeten te herstellen. En zo meer. Redenen voldoende voor Seraja om het ziekenhuis van de gang van zaken te verwittigen. Wij werden uitgenodigd 19 maart een gesprek te hebben met de betreffende dokter. Maar is het daardoor minder een wonder? Ik wens het in ieder geval iedere zieke en treurende toe. De Bijbel zegt: Bidt en u zal gegeven worden”. Hij heeft tot hiertoe ons geholpen en wij zijn Hem zeer dankbaar.

Dinsdag 6 februari is Moeder Gerda 89 jaar geworden. En weer was de familie in het ouderlijk huis samen!

o.v

Pa Piet