donderdag 10 augustus 2017

Miepsie



Miepsie 3                                                                                         Piet Schreuder

Als ik al eens een keer wat later thuis kom van een vergadering komt de poes mij in de vorm van twee lichtgevende ogen in het donker tegemoet. Maar vervolgens gaat ze als ik het licht ontsteek vol minachting met de rug naar mij toe zitten. Zoiets van: waar heb jij de hele avond uitgehangen.

Ik heb haar verschillende keren gewaarschuwd: “Pas jij maar op, anders ruil ik je in voor een andere kat; zo duur zijn ze ook weer niet”. Maar ze is een erg ongelovige poes ten opzichte van mijn uitlatingen. Ze gelooft uitsluitend in haar eigen onmisbare schoonheid, soepele bewegingen en andere aantrekkelijkheden, en ik zie haar denken: “Als je mij aait aai je jezelf, jij kunt niet zonder mij, kijk maar naar het aantal kattenbezitters”.

Geen kunst om je zo mooi voor te doen als je de hele dag je zit te wassen en langdurige schoonheidsslaapjes houd. Ze heeft een blind vertrouwen dat ik de etensbakjes op tijd vul en hoe ze ook poept en piest, die lange op twee poten ruimt het in zijn eigen belang wel op.

Zij denkt ook dat zij de eerste Miepsie op de wereld is, maar dat is helemaal niet waar. Om haar te overtuigen heb ik een spiegel op de grond gezet alhoewel ze die nauwelijks bekijkt. Als ze eens de moeite nam zichzelf gade te slaan zoals de meeste vrouwelijke wezens doen, had ze kunnen vaststellen dat ze niet zo glanzend diep zwart is als Miepsie 1 die, om dat nog beter te later uitkomen vier witte voetjes had plus een witte bef en om het af te ronden aan het einde van haar staart ook nog eens een witte punt. Dan had zij kunnen zien (maar dat durft ze niet) dat ze een gewone ordinaire lapjeskat is van oranje, grijs, zwart en wit van twaalf in een dozijn, dus van zeer onbestemde afkomst. Dat is maar goed ook, want toen Japie die in de vijfde klas naast me zat, zijn poes jongen kreeg, was ik toevallig smoor op Miepie die links vooraan zat, totaal onbereikbaar voor mij maar niet voor Japie natuurlijk. En wat het vriendinnetje van Mickey Mouse betreft, daar had ik ook iets mee hoewel dat een muis was. Gevoelsmatig deed ik dus al vroeg aan integratie. Dat kleine beest waar ik moeders hoofd dol om zeurde werd onmiddellijk Miepsie. En het was niet goed dat ik haar aanbad, want honden en katten gaan altijd te vroeg dood, zodat haar overlijden een ramp was net zoals dat bij haar totaal zwarte opvolgster Miepsie 2 het geval was.

Gelukkig weet Miepsie 3 niet dat ze eens dood gaat. Ik moet toegeven dat ze verleidelijk mooie ogen heeft en dat ik mij diep schaam als ze op mijn schoot springt en een gesnor laat horen alsof ik haar de hemel bezorg die ik door haar aanwezigheid nooit voldoende besef. Zij denkt mij zeker een schaamtevol gevoel van ondankbaarheid aan te smeren Er is heus niet zoveel reden om hierover zo luidruchtig te spinnen. Ik durf nauwelijks in haar nabijheid mijn jas aan te trekken wegens haar blik vanaf de vensterbank boven de verwarming van: “Daar gaat-ie weer;  maar ik weet wel zeker: hij komt terug, want hij kan niet buiten mij."