donderdag 24 november 2016

ESPERANTO

Toen Presikhaaf het belangrijkste buitengoed van Arnhem genoemd werd, was het Esperantohuis daarvan jarenlang het culturele centrum. In het klein nagebouwd staat het in de hogeschool, hoek Ruitenberglaan. De foto ervan prijkt op de voorzijde van mijn boeken over de historie van het landgoed Presikhaaf. De prachtige witte villa was gebouwd op het overblijfsel van een Romeins rondeel, een vestingwerkje, waarvan je in de heemtuin nog de verhoging ziet. De grens van het Romeinse rijk liep mogelijk dwars door mijn woonkamer. Schuin er tegenover, waar nu de stadsboerderij staat, stond boerderij Kruk, waar zwakzinnigen tewerk werden gesteld. In oostelijke richting was de dependance De Blokhut. Als daar even geen gasten van het Esperantohuis logeerden, gingen kinderen van buurtvereniging Plattenburg daar figuurzagen. Iets verder op de hoek waar nu een gebouw van de hogeschool staat, stond het koloniehuis voor de bleekneusjes uit het westen van het land.
Esperantisten dachten met de wereldhulptaal naast je moedertaal een bijdrage te leveren aan beter begrip tussen de volken. Nog steeds zijn ze over de hele wereld verspreid, maar net zo zeldzaam als pacifisten. Het taalverschil tussen volkeren was niet de enige oorzaak van misverstanden, oorlogen en vijandschappen. Nationalisme was en is hoofdzakelijk de oorzaak. Alles wat in een land vreemd is aan taal, kleding, gewoonten of huidskleur, wordt door veel bewoners  als vijandig beschouwd. Wat doen ze hier? Ze komen hier maar de baas spelen, de boel opeten en profiteren van wat wij met zoveel moeite hebben opgebouwd. Wij vergeten maar even dat onze voorouders de wereld hebben  leeg geroofd en de mensen in die andere landen hebben uitgebuit en als slaven hebben gebruikt tot ze er dood bij neervielen. En nog worden daar kleine kinderen vanaf vijf jaar vierentwintig uur per dag misbruikt om ons goedkope kleding te verschaffen, en halen wij daar de olie om onze auto’s te kunnen  laten rijden. Gebieden zo groot als tweemaal Nederland laten wij zo vervuild achter dat de mensen en dieren daar als ratten sterven. 

Inderdaad: de idealisten van het culturele centrum van Presikhaaf, de Esperantisten, de vredestichters, die stonden voor eerlijk delen, zijn nu maar dun gezaaid over de wereld. Als de aandelen die mijn pensioenfonds heeft in de olie, de wapens en het bier nou maar niet kelderen….